MRI


Hoe werkt het?

    MRI is een afkorting van Magnetic Resonance Imaging. Het wordt ook wel magneetscan genoemd. Bij een MRI-scan lig je in een tunnel die als een grote magneet dient. Ook zendt hij radiogolven uit. Door deze combinatie komen er MRI-beelden tot stand. 

    Je lichaam bestaat voor 63% uit water. In dit water zitten wateratomen. Door de magnetische velden gaan de wateratomen zich gedragen als kleine magneetjes. Door de radiogolven gaan de atomen trillen en zenden daarbij een signaal uit naar een antenne die aan de tunnel vast zit. De computer van de MRI-scan zet het signaal om in afbeeldingen.


    Straling

    Bij MRI wordt er gebruik gemaakt van radiogolven en magneetvelden. We hebben niet kunnen vinden hoe dit wordt opgewekt en welke golflengte het heeft. Wel hebben we kunnen vinden wat het doet.

    De MRI is erop gebaseerd dat de kern van een waterstofatoom (een proton) gevoelig is voor magnetische velden. Onder invloed van het sterke magnetische veld draaien de protonen in het weefsel als kompasnaaldjes in dezelfde richting. Dit wordt de resonantiefrequentie genoemd. Dan worden ze tijdelijk overspoeld door radiogolven, waardoor de orde wordt verstoord. Als de radiogolven worden beëindigd, springen de protonen door de magnetische straling weer terug, waarbij ze trillen en een zwak radiosignaal afgeven. De uitgezonden straling wordt opgevangen door detectoren. 


    Wat je ermee kunt zien en wat niet

    Het doel van dit apparaat is dat er niet gesneden hoeft te worden om iets op te sporen, zoals kankercellen. Het is dus een erg belangrijk apparaat om een diagnose te stellen. 

    MRI (Magnetic Resonance Imaging) kun je voor bijna alle lichaamsdelen gebruiken:

    • Hoofd en hersenen: bijvoorbeeld bij klachten als ernstige hoofdpijnduizeligheid en spraak- en bewegingsproblemen. 
    • Rug/wervelkolom: bijvoorbeeld bij ernstige rugpijn die uitstraalt naar je been of gevoelloosheid in benen. 
    • Schouder: bijvoorbeeld bij een mogelijke slijmbeursontsteking of verminderde beweging in je schouder. 
    • Knie: bijvoorbeeld bij vocht in je knie of als je knie op slot zit. 
    • Borsten: bijvoorbeeld bij een knobbeltje in je borst. In dit geval spreek je ook wel van een mammografie of ultrasound. 
    • Buik: bijvoorbeeld bij een chronische ontsteking zoals de ziekte van Crohn.

    Gevaren en nadelen

    Een groot nadeel van MRI-scan is dat er veel mensen zijn die door omstandigheden de behandeling niet kunnen ondergaan. Nog een nadeel is dat de bijverschijnselen erg heftig kunnen zijn.

    Meer nadelen:

    • Claustrofobie: Veel mensen hebben last van Claustrofobie als ze een MRI ondergaan. Dit komt door de kleine ruimte waar de patiënt zich in bevindt tijdens de MRI.
    • Hyperacusis en tinnitus: Het blijkt dat sommige patiënten last kunnen krijgen van een geluidstrauma (Hyperacusis en tinnitus). Dit komt doordat er te weinig of zelfs geen bescherming is tegen het harde en vervelende geluid tijdens de MRI.   
    • Verstoring hersenen: Ook kunnen mensen last krijgen van een verstoring in de hersenen. Patiënten kunnen dan last krijgen van maandenlange duizeligheid, geheugenverlies, nachtmerries en concentratieverlies.

    • Risico's bij metaal: Bij MRI is het van groot belang dat er geen metaal in de buurt is. Dit kan namelijk ernstige gevolgen hebben. De kracht van de machine is zeer sterk. Deze zeer sterke kracht kan leiden tot brandwonden bij patiënten die metalen sieraden droegen of blindheid door metalen splinters in het oog. Er zijn zelfs mensen overleden door pacemakers die met de zware kracht werden meegetrokken. 

    • Risico's door verhitting: Tijdens de MRI-scan kan er een enorme lichaamstemperatuur stijging plaatsvinden. Dit kan ook weer ernstige gevolgen hebben. Brandwonden en onvruchtbaarheid van mannen zijn hier een voorbeeld van.