Hoe werkt het?

Röntgenstraling wordt opgewekt in een röntgenbuis. In die buis worden elektronen met heel snel op een bepaalde elektrode afgevuurd. Als de elektronen daarmee botsen ontstaat er röntgenstraling.

De röntgenstraling wordt op bijvoorbeeld de handen, zoals rechts afgebeeld, afgevuurd en door middel van een fotogevoelige film wordt er een afbeelding gemaakt.

Straling

De straling die wordt gebruikt bij röntgen is natuurlijk, zoals de naam al zegt, röntgenstraling. Röntgenstraling is een elektromagnetische straling. Dit betekend dat de straling bestaat uit elektrische en magnetische golven. Deze golven bewegen zich voort met de lichtsnelheid. De golflengte van röntgenstraling zit tussen de 0,01 en 10 nanometer. 

Er zijn verschillende manieren waardoor Röntgenstraling wordt opgewekt.

• Zwarte straling van lichamen met een temperatuur van miljoenen graden
• Remstraling
• Door het inverse (omgekeerde) Compton-effect uit minder energierijke straling, zoals zichtbaar licht
• Synchrotronstraling
• Elektronenvangst, waarbij een atoomkern van radioactieve stof een eigen elektron invangt
• Fluorescentie (röntgenfluorescentie)

Wat je ermee kunt zien en wat niet

Je kunt met een röntgenfoto vooral de botten zien.

Als je kijkt op een röntgenfoto zie je lichte en donkere kleuren. Op de plekken waar donkere kleuren te zien zijn komt veel straling. Dat betekent dat er minder straling is op de lichtere delen. De stof bepaald hoe makkelijk de straling erdoorheen komt.

Gevaren en nadelen

Er zijn ook nadelen en gevaren aan röntgenstraling. De straling kan lichaamscellen en weefsel beschadigen. Als je te vaak aan deze straling blootgesteld wordt, kan dit zeer schadelijk zijn. De artsen in het ziekenhuis dragen dan ook zware, speciale pakken die de straling tegenhoud. Deze pakken heten loodschotten.